Geschiedenis |
Het damspel is een bordspel. Uit archeologische vondsten is gebleken dat reeds lang voor onze tijdrekening het bordspel bestond.De oudste vondst is een lemen bord, verdeeld in ruiten.Het spel werd gespeeld met een aantal kegelvormige figuren ('Damas' of 'Heilige Steen'). Dit oud-Egyptische bord wordt geacht zo'n 5000 jaar oud te zijn. De meningen zijn echter verdeeld of dit spel voldoende overeenkomsten vertoont met het huidige damspel. Het 'Engels' dammen ontstond omstreeks het begin van de XIIe eeuw. Men gebruikte de stenen van het middeleeuwse 'Backgammon', als speelveld werd het schaakbord gebruikt en de loop der stukken werd ontleend aan het van oorsprong Egyptische spel 'Alquerque'. Ten tijde van de zonnekoning, Lodewijk XIV, was het de geliefde bezigheid van de groten van het land. Een te Parijs wonende Pool zou in 1723 verschillende verbeteringen ingevoerd hebben. Het bord had van toen af 100 velden i.p.v. 64 en er kwamen 20 witte en 20 zwarte schijven op. Sindsdien is het spelreglement zo goed als ongewijzigd gebleven. Napoleon en zijn soldaten waren verzot op dit spel en waren tijdens de veldtochten de grote verspreiders van het 'Pools dammen' dat nu het internationaal erkend damspel geworden is. Alle bekende bordspelen uit de Oudheid missen drie specifieke kenmerken van het damspel: de diagonale gang van de speelstukken, het sprongsgewijze slaan, en de promotie. Een bordspel waarvan de benaming een vorm van damspel suggereert, heeft in laat-middeleeuwse literatuur enige sporen nagelaten, waarvan het oudste, dat in de richting van Zuid-Frankrijk wijst, teruggaat tot de 11de eeuw. Het Spaanse damspel heeft de vroegste damliteratuur opgeleverd; het eerste damboek werd in 1547 te Valencia gedrukt, waarvan echter geen enkel exemplaar bewaard is gebleven. Het oudste nog bestaande boek verscheen eveneens te Valencia, in 1591. Het Poolse of standaard damspel is het eerst beschreven in het in 1754 verschenen vierde deel van de Franse encyclopedie van d'Alembert en Diderot. Het eerste boek over het Poolse damspel werd gepubliceerd te Parijs in 1770. Het tweede verscheen te Amsterdam in 1785, geschreven door Ephraim van Emden, op het titelblad abusievelijk vermeld als Van Embden. Over Fries dammen is pas geschreven in 1911, maar damspel met orthogonaal en diagonaal slaan is met een verwijzing naar Friesland al in 1726 onder de naam ‘Molquerents’ (= Molkwerums) dammen onder de aandacht gebracht van hen die Pools (= Russisch) en Spaans dammen. De oudste herinnering aan een vorm van Fries damspel is het in 1696 vervaardigde bord met 100 ruiten, dat bewaard wordt in het West-Fries Museum te Hoorn. In Nederland wordt sedert de 16de eeuw gedamd. Eerst werd op het kleine bord gespeeld, aanvankelijk Engels dammen, en later ook Spaans en Russisch dammen, tot in de eerste helft van de 18de eeuw. Nadien werd het Pools dammen in Nederland geïntroduceerd. In 1906 zijn in Nederland twee landelijke dambonden opgericht, die in 1911 zijn samengesmolten tot de huidige Koninklijke Nederlandse Dam Bond (KNDB). Bijzondere vormen van spelbeoefening worden behartigd door aparte organisaties, zoals de in 1941 opgerichte Kring voor Damproblematiek en de Nederlandse Club voor Correspondentiedammers (1951). In het partijspel hebben de volgende dammers de meeste naam gemaakt: J.B. de Haas, H. Hoogland, B. Springer, R.C. Keller, P. Roozenburg, T. Sijbrands, J. van der Wal, H. Wiersma. |